Eerste eikenprocessierupsen krijgen nu al brandharen
De eikenprocessierupsen ontwikkelen zich razendsnel in 2014. Zoals we begin april voorspelden, hebben in de afgelopen week al de eerste eikenprocessierupsen het vierde larvale stadium bereikt. In dit stadium hebben ze de beruchte brandharen. Er zijn wel grote verschillen waargenomen in de snelheid waarmee de rupsen zich ontwikkelen. De rupsen die op de bomen leven die vroeg zijn uitgelopen, hebben een voorsprong ten opzichte van die op bomen met een latere bladontwikkeling.
In eiken die vroeg uitgelopen zijn zoals de wintereik (Quercus petrea), moseik (Quercus cerris) en Hongaarse eik (Quercus frainetto) zijn de rupsen deze week al in het vierde larvale stadium gekomen. Op dit moment zijn de meeste rupsen in het derde larvale stadium. Alleen in bomen waar het blad nog niet volledig is ontwikkeld verkeren ze nog in het tweede stadium.
De zeer hoge temperaturen in maart en april hebben voor een zeer snelle ontwikkeling van de rupsen gezorgd en voor het vroeg uitlopen van de eiken. Vorig jaar bereikten de eerste eikenprocessierupsen pas op 12 juni het vierde larvale stadium. Er is een verschil van ongeveer vijf tot zeven dagen waargenomen tussen het zuidelijke eikenprocessierupsstation in Mill en het noordelijke station in Dieverbrug, waarbij het blad en de rupsen in het zuiden vroeger ontwikkeld zijn.
Aan de hand van deze ontwikkeling en de temperatuurverwachting voor de komende tien dagen, zullen de eerste nesten al in de loop van volgende week waargenomen kunnen worden. De overlast die mogelijk voor mensen en huisdieren kan ontstaan zal waarschijnlijk een week op zich laten wachten totdat de nesten groter zijn en meer rupsen zich verveld hebben.
Deze snelle ontwikkeling brengt aanpassing van de bestrijdingsplanning met zich mede. Op basis van de ontwikkeling moeten de bespuitingen in Zuid-Nederland uiterlijk 16 mei afgerond zijn. In het noorden van Nederland kan mogelijk een aantal dagen langer gespoten worden. Bespuiten van bomen waar rupsen in het vierde stadium zijn brengt risico’s van verwaaiing van brandharen met zich mee.